Skip to main content

Verteltips om zelf het Bijbelverhaal te vertellen

Verteltips


Hoe vertel ik zelf het verhaal? - Vier verteltips!

Duur:                    

5 - 10 minuten

Download:

Hoe vertel ik zelf het verhaal.pdf

Werkvorm:

Optie 1: Gebruik het kindermoment als start van je verhaal.

Optie 2: Ogen dichtdoen                 
Laat de kinderen hun ogen dichtdoen en vraag hen wat ze zien. Nog beter: neem hen mee naar een echte donkere ruimte en vraag hen wat ze zien.             

Optie 3: Dromen...       
Begin je verhaal door met de kinderen over dromen te praten. Wie heeft weleens gedroomd? Wat is de leukste droom die je hebt onthouden? Link hierna naar de droom van Abram.             

Optie 4: Lees het verhaal voor…

We zijn weer een aantal jaar verder. Abram woont al een tijdje in Kanaän. Mooi wonen, horen. Dit beloofde land. En toch Abram is niet tevreden. Hij is zelfs ongerust…

Abram heeft nog steeds geen kind. Laat staan een zoon. Hoe moet dat ooit goedkomen met die belofte van God? De belofte van een groot volk…. Net zoveel nakomelingen als het aantal zandkorrels op het strand. Abram weet het niet meer… Hij is al zo oud en Sarai is toch vast en zeker ook al te oud om nog kinderen te krijgen. Wat dat betreft, lijken ze veel meer op een oude opa en oma, dan op ouders van een jong kind.

Abram slaapt. Het is midden in de nacht. Hij droomt. Een droom waarin God tot hem spreekt.

“Je hoeft niet bang te zijn dat de belofte niet uitkomt. Ik bescherm je. En ik zal je rijk maken.”

Abram moet een beetje lachen in zijn droom. Hij is al zo rijk. Wat heeft hij aan nog meer rijkdom? Als hij doodgaat, erft zijn knecht Eliëzer toch alles.

“Nee!”, zegt God, “Alles wat je hebt, gaat niet naar je knecht Eliëzer. Je gaat echt een kind krijgen. Loop maar even mee naar buiten.”

In zijn droom wandelt Abram samen met God naar buiten de tent. Het is een heldere nacht. De Melkweg schittert hoog aan de horizon. Abram ziet alle sterrenstelsels die hij kent en de ontelbare sterren daar tussen in. ‘

God spreekt opnieuw tegen Abram:

“Kijk eens goed naar de hemel en neem je tijd. Tel al deze sterren eens als je kunt. Ze zijn ontelbaar. Zoveel nakomelingen ga ik je geven.”

Als Abram de volgende ochtend wakker wordt, realiseert hij zich dat dit geen normale droom was. Het was een belofte van God.

Abram gelooft deze woorden van God en God die ziet het! Hij kijkt met een glimlach naar Abram.

Het gaat gebeuren, Abram. De belofte komt uit… Je moet alleen nog even wachten.

Maar hoe lang dan?

Gelukkig weet Abram dit nu nog niet. Anders had hij misschien nu al de moed opgegeven.

Abram wacht geduldig totdat het gaat gebeuren. Of heeft Abram een ander plannetje?

Dat zullen we de volgende keer zien…